WEDSTRIJDEN en TESTEN voor solorijden/paarrijden/ijsdansen/synchroonschaatsen

Om aan een bepaalde wedstrijd deel te mogen nemen worden KNSB-testen afgenomen. Een behaalde test geeft recht om aan een bepaalde categorie deel te nemen. Bij KVH start iedereen aan het lesprogramma “Learn To Skate (LTS)”. Daarbij worden regelmatig testen afgenomen, zodat de vorderingen worden bijgehouden. Er zijn totaal 9 LTS-testen. Wanneer je de LTS-testen hebt behaald, kun je doorgaan voor de KNSB-testen. De KNSB-testen zijn onderverdeeld in ‘Moves-in-the-field (MIF)’ testen en ‘Freeskate (FS)’ testen:

INTERBRONS

BRONS

INTERZILVER

ZILVER

INTERGOUD

GOUD

PLATINA

MASTER

De behaalde test en de leeftijd bepaalt aan welk soort wedstrijd je mee mag doen:

 

RECREANTENWEDSTRIJDEN

Deze wedstrijden worden door de verenigingen georganiseerd. Aan de wedstrijden kunnen leden van andere verenigingen eveneens deelnemen. Vanuit de KNSB wordt 1 jurylid geregeld.  De vereniging zelf zorgt voor 2 andere juryleden. Het KNSB jurylid jureert techniek en is tevens scheidsrechter van de wedstrijd. De andere twee juryleden jureren de transities en performance. De organiserende vereniging bepaalt welke categorieën kunnen deelnemen aan de wedstrijd.

KNSB-CUP A WEDSTRIJDEN

Aan de KNSB-cup A wedstrijden doen TEENS, PROMS, MINI’S mee. De KNSB-cup bestaat uit 2 selectiewedstrijden, die regionaal worden verreden en 1 KNSB-cup finale, die landelijk wordt verreden. In de finale strijden de beste 12 dames en beste 8 heren om de titel. De finale-rijders zijn degenen die in de selectiewedstrijden de meeste punten hebben gescoord.

KNSB-CUP B WEDSTRIJDEN

Aan de KNSB-cup B wedstrijden doen JUNIOREN B, NOVICE B, DEBS B, TEENS B, PROMS B mee. Dit betreffen de rijders, die qua leeftijd ouder zijn dan de toegestane maximum leeftijd van het NK en KNSB-A toernooi. De regels zijn verder gelijk aan de KNSB-A cup.

NK WEDSTRIJDEN

Om uiteindelijk deel te mogen nemen aan het ONK (Open Nederlands Kampioenschap) worden eerst een drietal selectiewedstrijden verreden. In de eerste en laatste wedstrijd wordt de lange kür gereden en in de tweede selectiewedstrijd de korte kür. De eerste 12 rijders na de 3 selectiewedstrijden mogen uiteindelijk meedoen aan het ONK. Dit toernooi wordt altijd in december verreden, waarbij zowel de korte als lange kür wordt gereden.

INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN

Vanuit het buitenland wordt regelmatig een invitatie voor een wedstrijd gestuurd. In de invitatie staat welke categorie deelnemers uitgenodigd zijn. Daarnaast zijn er wedstrijden, waarin de KNSB bepaalt welke deelnemers namens Nederland worden uitgezonden. Dit geldt voor de Challenge Cup (in Den Haag) en uiteraard ook voor het EK en het WK.

JURERING

Sinds het seizoen 2004/05 kent het kunstschaatsen een geheel andere wijze van jurering en puntentelling. Er werd afgestapt van de perfecte 6.0 score met aftrek van punten voor gemaakte fouten in de kür voor presentatie (korte en vrije kür), techniek (vrije kür) en verplichte figuren (korte kür). Ook het systeem van meerderheidsplaatsingen van de jury kwam te vervallen.

Hiervoor in de plaats kwam een opbouwende puntentelling. Deze regels zijn vastgelegd in de ISU Special Regulations and Technical Rules Single and Pair Skating and Ice Dancing 2006.

Score

Voor de Technische score wordt uitgegaan van een basiswaarde voor elk schaatselement. Deze is vastgesteld door een groep van experts, inclusief (voormalige) kunstschaatsers en coaches. Elk jurylid kan een element op- of afwaarderen binnen een bereik van +3 tot en met -3 (telkens op een vol punt afgerond).

Voor de Programmacomponenten kan een jurylid punten toekennen op een schaal van 0.25 tot en met 10.0 (afgerond op 0.25 of een veelvoud daarvan). Deze programmacomponenten zijn voor de mannen, vrouwen, paren (korte en vrije kür) en ijsdansers (korte en vrije kür):

1) Skating skills [SS] (Bekwaamheid)

2) Transitions, Linking Footwork and Movement [TR] (Overgangen, verbindend voetwerk, bewegingen)

3) Performance/Execution [PE] (Presentatie/Uitvoering)

4) Choreography/Composition [CH]

5) Interpretation of the music [IN]

Voor de verplichte figuren bij het ijsdansen zijn er vier programmacomponenten:

1) Skating skills [SS] (Bekwaamheid)

2) Performance/Execution [PE] (Presentatie/Uitvoering)

3) Interpretation [IN]

4) Timing

Finale score

De jurering wordt gedaan door negen juryleden. Er wordt niet meer bekendgemaakt welk jurylid welke score heeft gegeven. Uit de scores van deze negen juryleden worden zeven scores geloot. Van deze zeven worden de hoogste en de laagste score genegeerd. Het gemiddelde van de vijf overgebleven scores vormt de puntenscore voor de solist/het paar per kür.

De eindscore komt tot stand door de technische score en de programmacomponentenscore in elke kür bij elkaar op te tellen en na (eventuele) aftrek van programma-aftrekkingen (bv. 1.0 punt voor een val). Hierna worden de scores in de korte en vrije kür bij elkaar opgeteld. De solist of het paar met de hoogste totaalscore is de winnaar.